
(…) Ik merk op de markt, dat het niet goed gaat. Na een nogal rumoerige ronde over de markt, bieden de verkopers smekend hun laatste waar van de dag aan. Bij Mama, die lams-, geiten en schapenvlees verkoopt idem. In de vitrine liggen ontvelde geiten-, schapenkoppen die mij met doodsbange ogen aankijken. De bebloede gevilde hoofden met een rij scherpe tanden, alsof ze tegen mij lachen, hebben allemaal dezelfde kleur ogen, zwart. Bloedrullig liggen de hersens, kloten, harten, levers, een hoop pens, een kom nieren en darmen te verschralen. Dikke vliegen grommen om mij heen. Schilderachtig. *

Ik moet denken aan het karkasschilderij Le boeuf van Joods-Franse schilder Chaïm Soutine die karkassen van ossen naar zijn atelier sleepte. Hij kwakte kilo’s verf op het doek, om de stinkende karkassen zo natuurlijk te schilderen, om redenen die ik niet ken. Misschien een oerdrift¿
Waar is kunst dan voor nodig als de wereld naar de kloten gaat? Kunst hoort niet meer in een museum thuis, die is overal te zien. De schoonheidsfantomen van het museum als bijvoorbeeld van de geamputeerde schrijvers Arnon Grunberg, hoe tegendraads de kunstenaar ook is, hij haalt nooit het niveau van de abject werkelijkheid. Grünberg heeft geen mening hij taalt en taalt tot in het oneindige. Hij is als schrijver een “woordblender” zonder ooit de diepte in te gaan blijft hij veilig met zandwoorden strooien. Hij zegt nooit iets, hij spreekt. Nee dan is dit toch beter: TUSSENMENS. Dan maak ik liever reclame dat niet de kunst kunst is maar waar hét vandaan komt. En daarvoor heb je meer woorden nodig dan het kletspraatje dat Grünberg hield…
Iets schokkends zien kan elk moment…, als je maar de krant openslaat en je je ogen openhoudt. Schoonheid in de kunst een troost tegen al dit geweld? Nee, er is geen bescherming meer, geen troost en vooral niet in de kunst. Die is een en al de dood. Dat is wat kunst doet. Pijn. De schoonheid van dystopie is pijn hebben zonder troost.

*Uit het boek: De Kolonel.
Robert Kruzdlo Cadiz 2022 Andalusië Spanje.