
Heidi is net zo oud als ik. Ze verschijnt op het dakterras met een fles wijn en twee glazen. Het terras kijkt uit op het strand. Op het strand liggen steeds meer zandschepjes en emmertjes. Je hoort vaker ’mammie y pappie’. De wind loeit om de oren. Een sluier stuifzand waaiert naar zee. Vanaf het beschutte terras zie ik hoe het witte dorp langzaam zich voorbereidt op de ontvangst van toeristen. De winterse regen en wind wordt van de muren en ramen geschrobd, geschilderd en gesopt; de eigenaars lijken in goede stemming te zijn.
Ik huur een klein appartement met dakterras, waar andere hotelgasten ook gebruik van mogen maken. Heidi schenkt in en opent een boek: Das Gewicht der Worte van Pascal Mercier. Pseudoniem van de filosoof Peter Bieri (1944).
Ze leest voor: Het leven is niet wat we leven, maar het leven dat we ons voorstellen. Dan vervolgt zij met: Ik heb mijn hele leven gewacht op de uitkomst en nog nooit gewoon in het nu geleefd, altijd volgens de regels in de toekomst. Eerst school, studeren, huis bouwen, kinderen krijgen en maar wachten wat er gaat gebeuren. (In het Duits.)
Ik: Je wilt leven in het nu, in de breedte, en wel zo dat elke minuut een uur duren kan.
Zij: Dat nu heb ik mijn hele leven gemist.
Ik: Vandaar die rugzak en je vele reizen die je gemaakt hebt. (Ze reist graag alleen met een rugzak door Spanje.)
Zij: Ja, ik ben opzoek naar mijn zelf, ziel, zelfvertrouwen. Die rugzak is de bagage van mijn wensen, die niet uitkomen, ik zou de rugzak wel willen afwerpen, maar dan heb ik niets meer om te wensen. Ik zou mijn eigen stem willen horen en niet al die verhalen die ik voor een ander verzonnen heb.
Ik: Als je wilt weten hoe je op deze manier geworden bent en wie je nu bent, moet je niets meer wensen. Je kon nooit echt en oprecht zijn in je denken en voelen, handelen. Je bent jezelf volledig voorbijgelopen.
Zij: Dat lees ik in dit boek ook. Ik moet in het nu leven, niet in de toekomst springen, ik moet in mijn hoofd waar alles gebeurt thuiskomen, maar dat lukt geen mens en ook de schrijver niet, die stuurt je met een kluitje in het riet.
Ik: Je brein is je thuis alleen je komt nooit thuis. Er is zoal Cesare Pavese schrijft: Leven is mooi, omdat leven beginnen is, telkens opnieuw, op elk moment. Het NU dus. Alleen het gewicht van de woorden ontnemen je het Nu. En dat…, schrijft Peter Biere niet. Toch heeft hij in Nederland 300 duizend boeken verkocht. Is hij dan een oplichter?
Zij schenkt de laatste wijn uit de fles.
Ik: Je rugzak is alsmaar opnieuw beginnen met de herhaling, net als de Sisyphus arbeid.
Zij: knikt en knikt.
Ik: We worden niet wakker al willen wij het wel. We zien niet de binnenkant van ons willen, alleen de buitenkant van doen. Ons streven blijft vaag, verward, een richtingloos verlangen wij worden maar niet wakker. We leven in de illusie van de woorden die ons pijnlijk precies dat geven wat we niet willen: de bestemming niet weten. Het ontbreekt mij ook aan zeggenschap, ik zal nooit een goede schrijver worden. Dat had ik niet moeten zeggen. Over die woorden heb ik nu spijt.
Heidi is de volgende ochtend vertrokken met haar rugzak. 72 jaar oud en sterk genoeg om taai door te zetten.
Vejer de la Frontera 2022 Robert Kruzdlo