
Nabokov: ‘I think that in a work of art there is a kind of merging between the two things, between the precision of poetry and the excitement of pure science.’
Jaren geleden wilde ik een theater kopen. De aanbetaling was gedaan, alleen ik kreeg het niet voor elkaar om er het gehele jaar te wonen. Hooguit negen maanden had de ambtenaar van Main USA gezegd. Een nors en onbuigzaam mannentje. (Ik heb hierover op de ‘Volkskrantblog’ al geschreven.) Er moesten een aantal aanpassingen gedaan worden, bijvoorbeeld: in plaats van in een bak met zaagsel te schijten en te pissen moest er een modern toilet gebouwd worden.
Met dit theater wilde ik een oude droom verwezenlijken. Het theater van de mededogen. De onzin-zin van theater. Hoe dit er precies zou gaan uitzien hing af van de groep die er deel van wilde uitmaken. Niet ver van de plek waar dit theater stond, een gehucht van enkele huizen, was een stad. In die stad was ook een theater te koop. Modern, groots en van voor de tweede wereldoorlog. In die stad woonden mensen die graag theater wilde spelen. Het groepje was niet groot, maar het waren jonge mensen die van plan waren iets anders te spelen dan zeg maar het toneel van Peter Handke in de tachtiger jaren. Het moest nog moderner.
Ik had ervaring met het Witte Cirkus. Als schrijver en regisseur van de groep Witte Cirkus wist ik wat ik wilde. (Groep bestond uit studenten theater, -dans, -kleinkunst, academie-schilders en -beeldhouwers en postmoderne schrijvers, die allemaal naar mij luisterden. (1975-1980)
In Amerika wilde ik iets totaals anders. Ik wilde het ‘Theater van mededogen’ dat over het Amerika van de ondergang moest gaan en de plicht in te zien hoe zij miljoenen Indianen en Afrikanen hebben vermoord en hoe, daar om heen, kunst is gemaakt. Een theater waar de Amerikaan zichzelf moet spelen. Het is niet doorgegaan.
Ik kreeg mijn aanbetaling terug en als ik ergens weer een leeg theater zie, begint het van binnen te smeulen als een vulkaan die op uitbarsten staat.
Nabokov heeft eens gezegd dat literatuur (of kunst) bestaat uit schoonheid plus mededogen: ‘Beauty plus pity – that is the closest we can get to a definition of art. Where there is beauty there is pity for the simple reason that beauty must die: beauty always dies, the manner dies with the matter, the world dies with the individual.