Het UR-Fascisme van Umberto Eco is overal ook in Catalonië!

‘Hij is een kast van een kerel, maar ken je hem,’ vroeg ik aan Mont, en ik wees met gestrekte vinger, ‘ja die man daar, die de hele tijd stil voor zich uit zit te staren?,  hij…, daar, tussen de bloembakken met die verlepte bloemen en peuken, in de verste hoek van het terras, waar hij elke dag zit te roken. Non-stop placht hij een pakje sigaretten tussen twee- en vieruur te roken. Siësta. Twee vogelnestjes boven zijn roestbruine ogen, de schedel zichtbaar tussen zijn dunne hoofdhaar en een neus als een aardbei. Mojito, dan een smal glas bier zonder schuim, tot slot koffie. Hij tuurt somber naar de bergen, doorboort ze en droomt van het niets. Soms groet hij iemand met zo weinig mogelijke gebaren en dan, plotseling staat de kastkerel met tegenzin moeizaam op, mompelt wat, sjort zijn broek op en bestijgt hompelend de treden van café Lot om af te rekenen. Er komt nooit iemand uit het café Lot aan zijn tafeltje om afrekenen. Als de ‘kastkerel’ heeft betaald gaat hij naar de toilet. Daar zit hij voor menigeen té lang?’ Mont knikt. 

‘Ja,’ zegt Mont, ‘Xavier, zo heet de ‘kastkerel’ en eigenaar van het bergrestaurant St. Pere dat vanaf het terras Lot niet zichtbaar is. Één keer heb ik getafeld op de berg. Brommend, vierkant en bezweet, quasimodo-achtig ijsberend tussen de bezette tafels op en neer, schenkt hij, de kastkerel wijn en wijst de kastkerel met zijn afgekloofde nagels de gerechten op de menukaart aan anders komen die ondefinieerbaar op je bord te liggen; uitleg is altijd in het Catalaans, nooit in het Spaans.’ 

Ook ik heb er eens gegeten. Ik keek vanachter de hoge glazen ramen van het restaurant op de berg, gevestigd in een oud klooster, waar je een fantastisch uitzicht over de hoefijzerbaai hebt:…een laagstaande zon straalt uitwaaierend tussen de bergen op het witte dorp van el Port de la Selva dat tegen een kale heuvel ligt. Net niet, is Cadaques van Dali te zien. De schaduwen worden paarser en ik vergeet mijn dessert, ‘crema catalana’…, ik moet steeds aan Dali denken die geïnspireerd werd door het fascisme, er een inspiratiebron in vond en bijna kinderlijk iets aanboorde wat nieuw was in de kunsten: het ur-fascisme. 

Xavier, nooit zal ‘k de naam van de kastkerel vergeten. Op een warme klamme dag zitten Mont en ik op het terras van Lot — luistert hij ons gesprek af — en hebben wij het weer eens over Dali. Mont vertelt, dat Dali, in een restaurant in Barcelona, bijna was opgeblazen. Personeel van het restaurant had tijdig de bom onder de stoel van Dali ontdekt. De reden van de Catalanen – niet vies om een fascistische daad te stellen – om Dali in duizend vleesstukjes tegen het plafond te plakken was zijn openlijke ‘inspiratiebron het fascisme’ en de openlijke vriendschap met generaal Franco. Trouwens meer Catalaanse kunstenaars heulden met het fascistisch regiem van Franco, anders konden ze tijdens de republikeinse oorlog hun boeken niet uitgeven – om aan papier te komen. (De Catalaanse schrijver Pla, was zo’n schrijver.) Plotseling staat Xavier, de kastkerel op en komt hoekig, hinkend met grote stappen regelrecht op ons af. Onhandig stoot hij daarbij een glas bier om van een Japanse tourist. Wenkbrauwen gefronst, ogen onzichtbaar: ‘Dali…, dat was een fascist,’ schreeuwt hij.

Dali met een Catalaanse snor. Robert Kruzdlo 2021

Mont kijkt er niet van op. Mont is niet geraakt, ijskoud houdt hij zijn mond. Het gericht heeft nauwelijks uitwerking, maar op mij wel, ik ben perplex. De kastman gaat terug naar zijn plaats tussen de verdorde bloemen, met het achterlaten van de geur van sigarettenrook. Dit keer komt de eigenaresse van café Lot naar zijn terrastafeltje, hij rekent af en wil zonder omkijken naar huis.     

Ik waag het te zeggen: ‘Omdat Mont een Spanjaard is en jij een Catalaan?’

Kastman draait zich om, ik voel me sterk: ‘Er wordt in Catalonië flink geld verdient aan fascisten, kunstenaars die geïnspireerd en een voorliefde hadden voor het fascisme van Franco, dat moet maar eens gezegd worden. Aan “de markies van Púbol”, zoals Dalí zich mocht noemen nadat hij door koning Juan Carlos in de Spaanse adelstand was verheven, aan die fascist Dali wordt elk jaar miljoenen verdiend!’

‘Sluiten die boel, ook de boeken van Pla verbieden, Gaudi, alles van Gaudi in Barcelona sluiten, allemaal verdiend aan bloedgeld, slavenhandel.’ roept Mont.’

Ik: ‘In 1940 vertrekt Dalí met Gala per boot naar New York, de overtocht wordt, ja door wie? juist door Picasso betaald.’

‘En, na de dood van Dali, wordt de hele nalatenschap geschonken aan de Spaanse staat – niet aan Catalonië! – daar verdienen de Catalanen nu als ratten in de pels van de Spanje elk jaar miljoenen mee, ja…, aan fascisten,’ zegt Mont met het speeksel op zijn lippen en staat op, ‘ga eens als Catalaan bij jezelf kijken, zoek bij je eigen discipelen het fascisme en bied je excuses aan, aan alle nazaten van de slaven.’

‘Kom op zeg, jij als Catalaan, brul ik, ga eens echt actie voeren, kijk eerst in de spiegel, misschien moeten de Catalanen het ur-fascisme in hun zelf zoeken en niet daarbuiten.’

Ik heb de Catalaan Xavier nooit meer op het terras van Lot gezien. Er bloeien nu bloemen in de bloembakken en de peuken zijn eruit gehaald. De Catalanen, de separatisten, de zogenaamde antifascisten, zullen ook dit jaar weer de toegangsprijzen van het museum van Dali verhogen.

Misschien had ik beter niet met mijn vinger moeten wijzen naar Xavier? 

Umberto Eco over fascisme

https://www.trouw.nl/nieuws/tien-tips-van-umberto-eco~b65651d0/

@robertkruzdlo 2021

Geef een reactie