To catch a glimpse.

Als je geen ogen in je kop hebt hoe is het dan mogelijk dat ik, in een droom, frisse groene rucola zie.

Soms vang ik, in een korte verschijning en zonder dat ik dat wil,  een glimp van mijn ander zelf op. Ik ben dan even niet die ik was of nu ben. Ik ben even de ander en niet de ander die mij maakt: Nooit. Vreemd niet? 

De existentie is een puur chemische en neuraal-elektrische werking van mijn brein. Het kiezen wie ik ben is onmogelijk. Ik denk dat ik niet ben wie ik ben en ook nooit zal worden wie ik ben; ik ben een derivaat van mijn hersenwerkingen. Er valt niets aan te doen. 

Ik, hoe kom ik van die ik af? Ik verlang de ander te zijn. Soms vang ik een glimp op van mijn brein die zonder (het) ik zijn werk doet. Het maakt mij blij. De ik is er even niet.

Vannacht droomde ik over groenten. Ikzag de kleur groen in allerlei schakeringen. Er hing een uithangbordje bij: groeten. Vooral de groente rucola was prominent aanwezig. In de droom vroeg ik: als je geen ogen in je kop hebt hoe is het dan mogelijk dat ik frisse groene rucola zie. Een antwoord kreeg ik niet en dat voelt als een liefdeloos gemis. Een gemis dat zich alleen afspeelt in mijn hoofd. En wie ben ik om daar met een pincet in te roeren en te zoeken. Het brein kan zonder ik en de vragen die ik stel al helemaal.

Die rucola en de glimp van mijzelf is dat chemisch? Van die vraag lig ik niet wakker van. De wereld om mij heen, de beelden, emoties, gevoelens en het verstandelijk gebruik daarvan is allemaal een chemisch neuraal proces. Dank u, zeg ik tegen mijn brein. Dat ik als kunstenaar de natuur dankbaar ben, want…, ik kan vanuit dit standpunt beide kanten aanschouwen. 

In mij, in mijn brein moet een autodidactische “schrijver” zitten, een kunstenaar en ik mag het exploiteren omdat ik tussen brein en de werkelijkheid insta. Ik ben een TUSSENMENS. 

Mijn verlangen gaat dan ook uit naar de boekenschrijvers: literatuur zou hierover moeten gaan. Een boek slecht of goed geschreven maakt niets uit. Dat de meeste mensen liever alleen goede en slechte boeken met al zijn bekende talige ingrediënten en syntaxissen willen lezen, zonder enige afwijking, zegt veel. Echte literatuur wil dit niet. Literatuur is een brein zonder ik waarin een schrijvertje zit die ik nooit word.

Voorbeeld: “De handeling van dit verhaal zal ertoe leiden dat ik ‘transformeer in een ander’ en uiteindelijk materialiseer in een object. Ja, en misschien bereik ik de blokfluit waar ik me als een soepele liaan omheen zal winden”, schreef Clarice Lispector.

Vrijheid is aanvaarden dat het ik, het bestaan niet logisch is, maar chemisch. Het brein functioneert zonder ik veel beter. Dat komt omdat het brein zichzelf niet kan observeren. Het brein is natuur tussen de natuur: het binnen en buiten. Bloed, tranen, zweet, sex, honger en nog veel meer. 

In de literatuur zou die IK als een abject persoon duidelijk naar voren moeten komen. Hoe weet ik niet precies? 

Of zoals Sartre zegt: Het ik is een dingetje van het brein.

Foto Nicolai Kruzdlo in de HAMMAM 2020 New York

.