Babelstad 2

Palacio del Virrey Laserna? Pijn. Vanaf de achttiende eeuw. Pijn. Weelde opgebouwd uit slavenhandel. De stad is gebouwd met het bloed van slaven. De kerken zitten vol kogelinslagen. Pijn. De Spaanse burgeroorlog woelt de herinneringen nog steeds los. De stad kent duizenden doden die onvindbaar ergens liggen begraven. De wind blaast gaten in de gevels, brokkelt af en verzand. Overal schilferen de buitenmuren af, rotten de kozijnen weg, splijten de voordeuren en stinkt het naar vocht; dichtgemetselde ramen en deuren, daken ingestort: er woedt een stille oorlog. De muren van de woningen zitten vol zwarte kankervocht. Ik loop een winkel binnen, zomaar. Een vrouw met roodeekhoorn haar knijpt in de billen van een te jong meisje en haar hand schiet tussen haar billen. Er wordt gelachen en gesmoesd. De warmste plek van de vrouwen broeien. Ik ga een café binnen, eenvoudiger kan niet, en bestel toast met paté. Een groot blik paté wordt voor mij neergezet en ik schep met een lepel paté uit het blik. Een oude man met één rood oog, rotte tanden, kijkt mij vragend aan. Ik zeg niets. Pas veel later zeg ik dat ik uit Holland kom. Ik lieg. Wat maakt de waarheid uit. Denk aan Célline naar het einde van de nacht. Waarom weet ik niet. Of is het dit: Sinds mijn 12de jaar verdien ik mijn eigen kost. Op de kermis, Dierenpark Amersfoort, Victoria Hotel, en alles heb ik van binnen uit bekeken: mijn bazen waren onderdrukkers. En nu willen ze dat ik er niet over schrijf. Vooral dingen die ik nooit gezien, niet geschreven heb en ook nooit gezegd hebt. Vreemd. Als ik gedaan had wat men toen tegen mij zei dat ik moest doen, had ik een kasteel kunnen kopen. Ik ben het voorbeeld van hun slechte eigenschappen. Dat willen ze niet. De ellende die je tegenwoordig in romans te lezen krijgt zegt weinig of niets tegenover het ellendig leventje dat ik heb gehad. In plaats van al dat zouteloos geleuter zouden die schrijvertjes eens iets leesbaars moeten schrijven. Ik weet niet of ik nu Céline zit te paraferen. Mensen willen in een dictatuur leven. En er zijn mensen die dit niet willen; helaas, voor hen is het een onbegonnen zaak de vrijheid zonder dictatuur te veroveren omdat de mens vol haat zit, zelfhaat en haat die de wereld vernietigt. Uitholling van de democratie gaat gewoon door. De mens zal het niet overleven op deze planeet. Lees de boeken die er geschreven worden en je weet: wij maken geen enkele kans. Behalve als er literatuur tussen zit, dan maakt de mens een kans, geeft de mens een sprankje hoop. Ik zie dat de deuren van de kathedraal open staan, duik de vette schaduw binnen en kniel voor het altaar.

 Christus hangt aan het kruis met een schimmelbleek gezicht.

@robert kruzdlo2021