Wandeling

Hollandse boerenkoolluchten tekenden zich boven de lange boulevard met palmbomen af. De warme dag voelde anders, ik had een pet nodig.

Nog maar net voorbij de vismarkt, stortte een oude man met ouderdomsvlekken neer op het plein met kinderkopjes. Zijn hoofd stuiterde als een bal. Hij greep met zijn pezige handen naar zijn hoofd: te laat natuurlijk. De in té grote kleren gestoken magere man weigerde elke hulp. Hij kwam niet meer overeind en wilde dat ook niet. Zijn ogen waren grijs aan het worden. Hoelang weet ik niet.

Halverwege de wandeling haalde een man en een vrouw – zij met een mooie paardenkont, hij met een uitgezakte bilnaad, mij in. Uit hun telefoon schetterde een Latijnse mis die zij, hoorbaar voor iedereen, mee prevelden.

Ik had nog geen halve kilometer afgelegd of een man met een boek in zijn hand botste bijna tegen mij op. Ik verkies rechts opgaand en links afgaand. Hier in Spanje is dat niet zo: ze kiezen altijd de schaduwkant.

Nog geen honderd meter verder moest ik een fietsende punker ontwijken. Uit protest reed ze op de stoep. Voor haar net zo belangrijk als de ruiten van een bank inslaan: weg met het kapitalisme. Goed dat er nog beweging in de democratie zit.

Toen ik na een uur mijn doel had bereikt, om een paar heerlijke rioja wijnen in te slaan, werd ik door een Señora Isabel Amora Dionisa aan mijn arm vastgeklampt: Vino de la Tierra de Cádiz, zei ik. Ze keek mij met grote ogen aan en zei: ‘Waar is uw haar?’.

@Robert Kruzdlo 2021