
Die nacht, na het explosieve drama, werd ik zachtjes wakker geschud. Geschrokken opende mijn ogen zich. Blindzicht, oogsterren verdwenen traag; een streep helder maanlicht dat door de kier van de deur scheen verdween en kwam weer terug: een figuur schoof langs de reet opengebleven deur. Weer een aanraking, het moest van een vrouw zijn. Haar moszachte vingers streelden over mijn rug naar mijn hals en door mijn haar, terug met haar, heel lange nagels naar het elastiek van mijn onderbroek. Ik draaide mij rillend om. Eerst weifelend, dan in vloeiende beweging als een warme golf landen de vrouw naast mij: haar armen als een hoefijzer baai. Ik lag als een plank, ontspande en wachtte op wat het warme lichaam ging doen. Ze ademden snel. Toen zij zich als een octopus rond mijn middel had vastgezogen, wist ik het.
Schuif even wat op zeg.
Lidia!
Ja, ik ben het.
Ik had geen woorden en ik zou op dat moment er ook niet één kunnen verzinnen, zo natuurlijk scheen alles. Zou dit voornamelijk komen omdat ik mij toen heel natuurlijk vond? Wat bezat ik? Haar? Zij mij? Er had nog nooit iemand naast mij gelegen, mij aangehaald.
Zullen we gaan neuken?
Goed, maar doe de deur van de aanhangwagen dicht, stamelde ik, wat ik nu juist op dat moment helemaal niet wilde.
Ik had mij omgedraaid, met mijn hoofd naar de stalen wand van de materiaalwagen en wachtte met een bonzend hart af wat er ging gebeuren. Toen, toen, toen, na schaviel achtige geluiden van haar kleren…, lag ze plots naakt naast mij.
Naakt op naakt, zei Lidia.
Nooit gevoeld.
Heb je het dan niet gelezen in het boek?
Ja, …maar dat betekent toch niet?
Ja dat betekent dat, nu, nu en in de eeuwigheid, mij zal moeten neuken, ik lig klaar.
Ze haalde diep adem, greep met beide handen mijn lendenen vast, drukte een bos haar tegen mijn pik, – het prikte pijnlijk over mijn besneden piemel. Ze greep naar wat zij wilde, haar wil en wat ik niet kon weigeren, dat zij het wilde en als ik het niet had gewild was het mijn pik wel die wilde en daarom, – dat wist ze, moest ook ik, het wel willen: de wil wil wat het wil en alleen de wil kan willen.
Je moet met je bekken drukken, ik bedoel, je moet stoten met je pik.
Ik stootte. Zompig geluid, zuigend geluid, vacuüm geluiden; haar buikspieren strak en ze tilde mij met haar heupen op.
Met een lage, donkere stem zei ze: harder, hoger, hier en haar hand ging naar haar vulva, ik voelde haar aanwijzingen met mijn buik, de plek die ik met mijn schaambeen moest schuren.
Hier, drukken, harder stoten.
En dat deed ik. Het was niet mijn plicht, het was méér dan mijn plicht, ik gaf mijn lichaam aan Lidia. Het was niet slaafs, het was niet onderdanig, het was mijn gave aan haar: Goddelijk.
Ik kom, riep ze.
Uit haar borstkast kwamen remmende, knarsende stemgeluiden en dan een langgerekt schriel keelgeluid.
Laag register: kom maar, zei ze hijgend. Straks zuig ik je af.
Is dat een straf?
Nee, dat is een cadeau. Let maar op als je piemel diep achter mijn huig…, verhuigd zit, zei ze.
Kietelt het?
Wacht maar.
Nat. Mijn piemel was nat. Mijn handen zaten onder een vreemd soort dradig slijm. Het rook naar zure melk, geuren die ik niet kende en niet van opgewonden raakte.
Kom op mijn borsten zitten. Je bent sterker dan wie dan ook. Niemand kan je iets doen.
Ik liet een scheet.
Geeft niet. Explosie.
Schokkend vloeide alles uit de kleine opening, die even te klein was. Het stroomde warm, heet door de opening mijn penis, zoveel…, zoveel had ik mij nooit kunnen voorstellen en ze slikte alles in. Toen ik dacht, ik ben klaar, kwam er nog wat. Ik trilde niet van angst, maar van een onzeker genot. Hoe weinig er dan ook voor de derde keer uitkwam, viel ik uitgeput voorover op haar. Ze duwde mij van zich af. Mijn lichaam schokte en trilde. Ik lag op mijn koude plaats en voor ik het wist, was ze weg. Ze rende naakt, met haar kleren in haar hand, de materiaalwagen uit. Achtergelaten tussen allerlei geuren, van zoet, zuur, ranzig en zoutige plakkerige plekken op het laken, viel ik klam opnieuw in slaap.
Een paar klappen op de materiaalwagen: Kees. Hij riep door de openstaande deur of ik uit mijn nest wilde komen. Op de rand van het bed wreef ik de slaap uit mijn ogen, zag ik, naast het bed een stapeltje boeken. Er lag een briefje op: Deze zijn voor jou. Een woordenboek, Nathalie Sarraute Het gebruik van het woord, en kom op, kop op, op de muziek van de toekomst kun je niet dansen, dus doe het nu, liefs van Lidia.
Kees: Kom je nog uit je stinkend nest?
Ja, ja kom eraan, ga mij eerst wassen. (Ik veegde een haar van mijn lippen.)
We breken de boel af.
Vertrekken we vandaag?
Ja, we gaan naar Dresden.
Dresden?
Ja, in de namiddag, rijden we naar Duitsland, via de Duivelsberg, daar woont een familielid, de enige die de oorlog heeft overleefd.
Jij en …?
Zus, zonder benen. Je zult schrikken, ze draagt een masker.
Die ochtend wist ik, in een oprisping, voor het eerst wat ik later wilde worden, maar ik vertelde het aan niemand. (Het gehoefde ook niet en waarom het niet moest wist ik niet. Pas op mijn zestigste vertrouwde ik het aan iemand toe.)
Ik zag het als een feit. Kleedde me ontspannen aan loond door wat er allemaal gebeurd was en waste mijn geslacht en voeten op de openbare wasplaats, beschut door een lage houten omheining: één waterkraan voor iedereen, elk willekeurige voorbijganger kon m’n reet kussen. De bloedhonden van de kermisattractie Hollywood spookattractie waren al vertrokken. Op het bijna leeg plein echode stemmen. Priemend staken de hijskranen in de lucht, tegeltjes wit en hieven grootmateriaal op de laadwagens. Vrouwen en kinderen rolden gezamenlijk het tentzeil op. Soms hoorde ik van ver geschreeuw, kreten van namen en zwaaide men wild met de armen. Onder een lucht met geen enkel wolkje.
Terug in de materiaalwagen zocht ik eerst in het woordenboek het woord verhuigd op. Ik kwam niet verder dan huigen. Je kunt dus ook je eigen woorden maken. Nu wist ik het zeker, ik was besmet met ik wil schrijver worden.
De schrijver,
Wat vond er, buiten het bewustzijn, precies plaats die nacht? Welke lichamelijke onderdelen, organen, spieren en neuronen, waar het bewustzijn nooit komt, speelden een rol? Zijn de anonieme lichamelijke achtergronden waar jij geen enkele zeggenschap over hebt, niet de eigenaar van wie jij bent: het brein, de homeostase, de mede-beslissers?, waaruit jouw ideeën tevoorschijn komen, uit een lichaam, jouw lichaam, uit de stilte, taalloos en ineens zie je één feit; die je treft, hard zonder het talig te benoemen en dat je weet, ik wil schrijver worden. Uit het woordeloze niets schiet als een vuurpeil je verlangen te voorschijn. Omdat alle moeilijkheden van het leven ergens moeten beginnen eer je erover kunt nadenken, zal ik antwoorden, en oprecht.