
1953 Ik wil het over de taal van de geluiden van de dingen hebben. Niet over het algemeen beschaafd Nederlands dat je op je zesde of eerder begon te spreken. Maar over de geluiden van de stad Amsterdam met zijn duizenden fietsbellen, krakende trappers, wapperende jassen, kniepantalons en lange kousen en de kreten die foeilelijk klonken: plat Amsterdams. De politieagent, met een lange witte jas en op de drukke kruispunten het verkeer met een verkeersklapbord stond te regelen; de schelle fluittoon en het getoeter van auto’s. Je kreeg niet de fiets van Leonard da Vinci: de loopfiets. Ken je het verhaal van de hoge bi een Rus die tweeduizend kilometer aflegde naar Moskou op een loopfiets? In 1801. Nee, natuurlijk niet, maar nu heeft bijna elk kind een loopfiets. Het kleine looppaard genoemd, voor en achter een wiel. Op je tiende maakte je van een driewieler een auto. Je zette er een groentekist op met gaten waardoorheen je benen staken om de trappers te bereiken en zo reed je rondjes achter op de binnenplaats van de villa. De stalen ros, die in de vroege ochtenduren door de straten van Amsterdam reed, duizenden stalen rossen zwermden, in de ochtenduren, als bijen naar hun werk. Arbeiterfahrrad gaat iedereen op de fiets naar het werk. Industrie- en kantoorarbeider. De helft van de mijnarbeiders ging op de fiets naar de stoflongenfabriek. Al die geluiden, in de verlichte straten, fietslampenschijsels, trillend op de kinderkopjes, rammelende bagagedragers, fietsbellen, toeters, knijphoornen, het moet allemaal je oren zijn binnengedrongen. De fiets was een bevrijding. Later zal je dit ook ontdekken: op de omafiets heb je fietsen geleerd.
At moeder haring? Hoorde je het orgel en het geschreeuw van de pindachinees. Heb je de geur van friet geroken. Zullen deze herinneringen straks weer ontwaken in je lichaam, opnieuw in je bloed stromen?
Moeder nam met jou de trein naar Maastricht. Gebeuk en geklop van de stoomlocomotief op de wissels, de sissende en de knarsende wielen, het gefluit: was je niet bang? Heb je de windmolens, de sloten, het groene vlakke land met de boerderijen, de koeien en de hoog opstuwende wolken, gezien vanuit de trein?
@robertkruzdlo 2021